Interview

Wim Lanfermeijer

‘Burgerkamer leidt tot meer consensus en vertrouwen’

De Nederlandse burger voelt zich niet meer voldoende vertegenwoordigd door politieke partijen. Hij wil meer inspraak in het openbaar bestuur en eist een ‘eigen’ platform, meent Wim Lanfermeijer. Een oprichting van de Burgerkamer/Derde Kamer is voor hem hierop het juiste antwoord, betoogt hij in zijn boek. Makkelijk te implementeren en toegankelijk voor iedere burger. 

Peter Spijker | 13 november 2025 | 5-8 minuten leestijd

Wat is de Burgerkamer/Derde Kamer en hoe werkt het platform?

De Burgerkamer of Derde Kamer is een onafhankelijk platform waar burgers met elkaar en met de overheid overleggen. Het werkt naast de bestaande politieke organen, zoals de gemeenteraad, Provinciale Staten en de Tweede Kamer. In hun opzet, doel en positie zijn de Burgerkamer en Derde Kamer gelijk, alleen hun werkgebied verschilt: gemeenten en provincies hebben een Burgerkamer, de landelijke overheid een Derde Kamer. Het belangrijkste doel is om door gezamenlijk overleg tot consensus te komen tussen bestuur, burger en politiek. De invoering van de Burgerkamer is relatief eenvoudig. De Grondwet hoeft niet te worden aangepast, evenmin hoeven er nieuwe wetten te komen.

Alleen burgers kunnen een zetel bekleden in beide Kamers. Publieke bestuurders, beleidsambtenaren en partijvertegenwoordigers zijn uitgesloten. Iedere burger die wil participeren, maakt een account aan op de website van de Burgerkamer of Derde Kamer. Hierna is het mogelijk je online aan te melden voor een onderwerp dat de politiek of overheid heeft voorgesteld. Je kunt ook zelf een bespreekpunt op de agenda plaatsen. Aanmelding gebeurt dus op onderwerpniveau. De Burgerkamer/Derde Kamer kent dus per onderwerp een andere samenstelling.

Een beoogd effect van de Burgerkamer is het herstellen van de vertrouwensrelatie tussen de politiek en de burger?

Nederlanders hebben weinig vertrouwen in de politiek omdat de overheid niet levert en omdat het systeem kraakt door achterstallig onderhoud. Mensen verwachten oplossingen voor ingewikkelde opgaven. Denk aan opgaven rond immigratie, de hoge kosten van levensonderhoud, het woningentekort en het klimaat. Als overheid kun je dit tekort aan vertrouwen herstellen door de burger te betrekken bij beslissingen die zijn leven raken.

Onlangs zag ik bij de talkshow van Eva Jinek een interessante ontmoeting tussen D66-leider Rob Jetten en een jongeman die 20 september demonstreerde op het Malieveld. Aan het begin van het onderhoud gaf hij aan niets te moeten hebben van Jetten en zijn partij. Maar nadat ze gedurende een kwartier ideeën hadden uitgewisseld, veranderde zijn toon: ‘Nu ik met u heb gepraat, is mijn respect voor u flink gestegen.’ Hier zie je dat een ontevreden burger een andere, minder negatieve kijk krijgt op een politieke leider door met hem in gesprek te gaan. Voor een écht herstel van vertrouwen is er natuurlijk meer nodig. Daartoe moet je een nieuw instituut creëren dat burgers daadwerkelijk meer inspraak geeft. De Burgerkamer is zo’n instituut. Daarin gaan ze meedenken, mee-overwegen en meebeslissen.

De regering  heeft de invulling van burgerparticipatie - het betrekken van de burger bij overheidsbesluiten - overgelaten aan gemeenten en provincies. Hieruit is een wirwar van participatievormen ontstaan

Op zoek naar overheidsbesparingen wilde het kabinet-Rutte meer werk maken van burgerparticipatie. In plaats van zelf met een inhoudelijke visie te komen, gooide zijn regering dit over de schutting bij gemeenten en provincies. 342 gemeenten en twaalf provincies moesten zelf participatiemodellen gaan bedenken en uitvoeren. Dat heeft geleid tot een ongekende inefficiëntie. In het laatste decennium is er een onoverzichtelijke wildgroei aan participatievormen ontstaan.

De burger heeft te maken met een chaos. Er zijn maar liefst 29 vormen, zoals inspraakrecht tijdens raadsvergaderingen, informatieavonden en burgerberaden over de energietransitie. Omdat vooral gemeenten volkomen langs elkaar heen werken, vinden ze hetzelfde wiel uit. Een trotse wethouder overhandigde mij eens een participatieplan waarmee een naburige gemeente maanden eerder was gestopt. Deze buurgemeente vond de resultaten tegenvallen en werkte inmiddels aan een nieuw model. Ook bezocht ik een kleine gemeente in Drenthe met maar liefst elf participatievormen. Een betrokken wethouder verwachtte echt dat burgers online de beste participatievorm zouden gaan zoeken. Een verkeerde verwachting, want na drie muisklikken is de helft al afgehaakt!

U bent door zestig gemeenten en tien provincies uitgenodigd om uw participatiemodel toe te mogen lichten. Welke reacties krijgt u?

De meeste gemeenten zien het als doortimmerd, toekomstgericht en vinden onze analyses kloppen. Eén burgemeester zei dat we orde hebben geschapen in de participatiechaos. Maar we knabbelen natuurlijk wel een beetje aan de macht en die wordt nooit vrijwillig afgestaan. Bovendien hebben bij deze overheden vele ambtenaren jarenlang gewerkt aan allerlei participatiemodellen en soms advies ingewonnen bij dure consultants. Ze vinden het daarom moeilijk te erkennen dat een groepje burgers de hele boel van tafel veegt en een vernieuwend model presenteert.

Gemeenten en provincies zijn vooral enthousiast over de wijze waarop we het probleem van de representativiteit en diversiteit hebben opgelost. Bij de online registratie voor de Burgerkamer stelt het systeem eenmalig de burger aanvullende vragen over beroep, migratieachtergrond, inkomen, geslacht en leeftijd. Antwoorden is niet verplicht, maar we attenderen de aanmelder erop dat het systeem hierop selecteert. Het is dus in het eigenbelang van de burger om volledig te zijn. Zeker gemeenten vinden deze aanpak interessant. Ze proberen via loting een afspiegeling van de samenleving te bereiken, maar sluiten zo juist mensen uit. Gemeenten zien dit ook, want in participatieprojecten domineert doorgaans de hoger opgeleide, gepensioneerde blanke man.

De Burgerkamer lost in de ogen van gemeenten ook een ander probleem op waar ze mee worstelen. Veel burgers menen een beslissende stem te hebben, terwijl ze slechts een advies geven. Deelnemers beseffen vaak niet dat uiteindelijk de gemeenteraad beslist en hun advies naast zich neer kan leggen. Gemeenten zijn daar weinig helder over, omdat veel burgers dan afhaken. Om ze over de streep te trekken, horen burgers dus dat hun advies ‘zwaarwegend’ is of ‘in principe’ door de raad wordt overgenomen. In de Burgerkamer wordt de inbreng van deelnemers wel serieus gereguleerd en verloopt het proces eerlijk en democratisch.

Hoe gaat de burger naar de Burgerkamer kijken?

De burger reageert vermoedelijk eerst sceptisch, omdat gemeenten met hun huidige participatiemodellen een valse verwachting wekken. Hij verwacht invloed te krijgen en mee te mogen beslissen, maar wordt daarin bij herhaling teleurgesteld. Maar zodra de Burgerkamer en Derde Kamer echt gaan functioneren, zal dit sentiment naar mijn verwachting volledig omslaan. Burgers merken dan uit eigen ervaring dat ze voortaan daadwerkelijk iets te vertellen hebben en de regie gaan voeren over hun eigen vertegenwoordiging. Want met de Burgerkamer nemen zij het initiatief om beleid of een activiteit te starten en vragen de overheid hen daarbij te helpen. 

Daarom spreken we niet langer van burgerparticipatie, maar van overheidsparticipatie. Met burgerparticipatie zegt de overheid tegen de burger: ‘We gaan iets veranderen in jouw dorp, stad of provincie en zijn zo vriendelijk jou hierbij te betrekken.’ Met overheidsparticipatie stelt de burger: ‘Ik vind het prima dat je me ergens bij wilt betrekken, maar ik heb nog een paar punten waarin ik jou graag wil meenemen.’ In de Burgerkamer opereert hij dus op gelijke voet met de overheid, heeft écht een stem in het kapittel.

Wil je meer weten over hoe de Burgerkamer burgers en overheid dichter bij elkaar brengt en wat dit model betekent voor de toekomst van onze democratie?
Lees er alles over in het boek De Derde Kamer & Burgerkamer, verkrijgbaar via Managementboek.

Over Peter Spijker

Peter Spijker is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.nl

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boeken bij dit artikel

    Personen

      Trefwoorden