trefwoord
Duurzame economie
Een duurzame economie streeft naar langetermijn welzijn voor mens en planeet, in plaats van kortetermijn winstmaximalisatie. Het is een economisch systeem dat functioneert binnen ecologische grenzen en sociale rechtvaardigheid nastreeft. De transitie naar zo'n economie vergt een fundamentele herbezinning op waardecreatie: niet alleen financiële waarde telt, maar ook sociale en ecologische impact.
Deze omslag begint bij het besef dat ons huidige economische systeem grenzen kent. We hebben inmiddels zo'n 60% van de beschikbare grondstoffen verbruikt. Tegelijk leeft de helft van de wereldbevolking van minder dan twee dollar per dag. Die ongelijkheid – zowel tussen mensen als in ons gebruik van natuurlijke hulpbronnen – vraagt om structurele verandering.
Spotlight: Margreet Boersma
Boek bekijken
Van winstmaximalisatie naar waardecreatie
De kern van een duurzame economie ligt in een andere definitie van waarde. Waar bedrijven zich traditioneel richten op aandeelhouderswaarde, vraagt verduurzaming om een breder perspectief. Het gaat niet alleen om wat een product kost te produceren, maar ook om de verborgen kosten: uitstoot, vervuiling, sociale impact.
Neem het gebruik van fossiele brandstoffen. Bij het verstoken van kolen komen kwik, lood en roetdeeltjes vrij die miljarden aan klimaat- en gezondheidsschade veroorzaken. Als je die negatieve effecten meetelt, zijn de werkelijke kosten van kolenopgewekte elektriciteit meer dan twee keer zo hoog als de marktprijs suggereert. Die kloof tussen prijs en werkelijke waarde ligt aan de basis van veel duurzaamheidsproblemen.
Boek bekijken
Systeemverandering als noodzaak
Een duurzame economie vraagt om meer dan incrementele verbeteringen. Bedrijven die hun operatie optimaliseren en schade beperken – 'doing things better' – doen een stap in de goede richting. Maar werkelijke impact ontstaat pas bij transformationele verandering: 'doing better things'. Dat betekent fundamenteel andere businessmodellen, waarin waardecreatie voor mens en planeet leidend is.
Deze transitie kunnen bedrijven niet alleen maken. Ook overheden moeten hun rol pakken door verkeerde prikkels te elimineren. Denk aan de aftrekbaarheid van rentebetalingen, die bedrijven stimuleert vreemd vermogen aan te trekken. Of de btw-vrijstelling voor kerosine, een premie op vervuiling. Zulke perverse prikkels werken verduurzaming tegen.
Spotlight: Jonas Van der Slycken
Boek bekijken
Nieuwe meetlatten voor welvaart
Het bruto binnenlands product domineert ons economisch denken, maar is een gebrekkige maatstaf. Groei van het bbp gaat niet automatisch samen met meer welzijn. Landen als Costa Rica en Bhutan scoren hoog op gelukslijstjes, ondanks een veel kleinere economie dan Nederland. Ze hebben een andere relatie met hun natuurlijke leefomgeving en met elkaar: sterke onderlinge solidariteit en verbondenheid met de natuur.
Een duurzame economie vraagt om bredere welvaartsindicatoren. Denk aan luchtkwaliteit, bodemgesteldheid, toegang tot onderwijs en zorg, sociale gelijkheid. Dit zijn indicatoren voor de kwaliteit van leven, waarbij het immateriële boven het materiële staat. We hebben voldoende voedsel om iedereen te voeden – 15% van de wereldbevolking is ondervoed, maar zij hebben slechts 3% van de mondiale voedselproductie nodig. Ondertussen verspillen we 30 tot 50% van het geproduceerde voedsel. Het is geen kwestie van schaarste, maar van keuzes.
Boek bekijken
De rol van organisaties
Voor bedrijven verandert de doelstelling: continuïteit hangt niet langer alleen af van financiële waardecreatie, maar ook van sociale en ecologische prestaties. Het traditionele bedrijfseconomische instrumentarium schiet daarvoor tekort. Er komen nieuwe methoden bij, zoals integrated reporting en true pricing, die de volledige impact van activiteiten zichtbaar maken.
Veel managers zijn intrinsiek gemotiveerd om te verduurzamen. Tegelijk stellen financiers en klanten steeds hogere eisen. Een groeiende groep aandeelhouders wil alleen nog beleggen in duurzame organisaties. En er zijn aanwijzingen dat een duurzame organisatie uiteindelijk rendabeler is dan een niet-duurzame. De transitie is dus niet alleen moreel noodzakelijk, maar ook rationeel te onderbouwen.
Boek bekijken
Naar een toekomstbestendig model
De transformatie naar een duurzame economie is geen utopie, maar een realistische noodzaak. We beschikken over de kennis en technologie om binnen planetaire grenzen te opereren en sociale rechtvaardigheid te bereiken. Wat ontbreekt is vaak de wil om verder te kijken dan kortetermijn eigenbelang.
Toch zijn er hoopvolle ontwikkelingen. Steeds meer pioniers – burgers, boeren, ondernemers – nemen initiatief met circulaire landbouw, duurzame bouw en nieuwe coöperaties. Daar ontstaan de verdienmodellen van morgen. De donuteconomie, de vlindereconomie, true pricing: het zijn geen losse ideeën maar puzzelstukken van een groter geheel.
Boek bekijken
Basisboek Duurzame Economie De transitie naar een duurzame economie begint bij het herdefiniëren van waarde. Organisaties moeten leren dat continuïteit afhangt van meer dan financiële prestaties – sociale en ecologische impact zijn even bepalend voor langetermijn succes.
De urgentie van nu
We staan voor een fundamentele keuze. De klimaatramp nadert, de ongelijkheid groeit, het vertrouwen brokkelt af. Sommigen concluderen dat het kapitalisme gefaald heeft. Anderen zien kansen voor vernieuwing. Een duurzame economie is geen afwijzing van markten en ondernemerschap, maar een herijking ervan. Het vraagt om andere spelregels, waarbij externaliteiten worden geprijsd en iedereen gelijke kansen krijgt.
Die verandering begint bij bewustwording. We moeten leren met een financiële bril naar duurzaamheid te kijken en met een duurzaamheidsbril naar financiën. Beide aspecten zijn onlosmakelijk verbonden. Een economie die de biosfeer uitput heeft geen toekomst. Maar een economie die inspeelt op ecologische en sociale uitdagingen – die creëert kansen voor generaties na ons.